God is Liefde - 185 jaar FIC
- Wim Swüste
- 22 nov
- 4 minuten om te lezen

'God is liefde' staat op de eerste pagina van onze Konstituties.
Meer niet. Drie woorden, die voor ons, Broeders FIC, de leidraad zijn voor ons werken, samen zijn, ons in beweging houden en tot
steun zijn.
In de maanden vóór ons gedenken dat we 185 jaar geleden van start gingen, heb ik onze leidraad van leven, onze Constitutie, overwegend doorgenomen.
Weer opnieuw ontdekte ik de grote rijkdom, de grote ruimte, die er in spreekt voor jonge en oude leden van onze gemeenschap.
Het respect voor elke medebroeder waarmee we samen op weg zijn. Opnieuw beleefde ik het gevoel van warmte die uit de tekst, pagina na pagina, spreekt.
Vandaag staan we, vol welgemeende dankbaarheid, stil bij dit feestelijk bestaan. Er zijn bergen verzet in al die jaren, wereldwijd. Elkaar bij de hand houdend, elkaar respecterend en verdragend, met open ogen voor de medemensen in nood en vooral met een open hart voor elkaar. Dat deden we in de fase van grote groei van onze gemeenschap. Maar we doen dat ook in fase van goeiende ouderdom in eigen kring, hier in Nederland.
Want, het is een verheugend feit dat we als ouder wordende mensen – broeders én geassocieerden – goed en met warmte elkander bij de hand houden, elkaar voor lief nemen en attent blijven in de vorm van steunen en in onderlinge verbondenheid.
Dat neemt niet weg, dat we ons veelal voelen als apostelen die in een storm het een schip nauwelijks kunnen sturen en we als bange mensen roepen “Heer we zijn zo bang dat we vergaan. Word eens wakker! Help ons toch!” Ondanks die storm, voelen we vast en zeker de Hand van Heer. Hij blijft ons dierbaar. God is liefde.
In deze liefde hebben wij 185 jaar lang, wereldwijd, mogen werken. “In Jezus Naam vormen we een broederlijke gemeenschap . In Zijn geest willen wij broeder zijn van elkaar en van alle mensen”, staat in onze Konstitutie geschreven.
We mogen op deze dag dankbaar zijn dat we dit wérkelijk hebben waar gemaakt.
Dat neemt niet weg dat we ook donkere tijden hebben gekend.
Tijden waarin medebroeders grote zwakheden toonden in hun
omgang met kinderen.
Leidinggevenden in onze Nederlandse provincie hadden daarvan slapeloze nachten. Deze medebroeders deden afbreuk van onze goede naam als religieuzen.
Daarentegen mogen we trots zijn op onze onderlinge verbondenheid: het wérkelijk waarmaken van het feit dat we broeders van elkaar willen zijn.
We toonden ons daadwerkelijk bezorgd om onze zieken en ouderen. Het pand van ons Lidwinapavijoen op het Beyartterrein is daar nog steeds een stille getuigenis van.
In navolging van onze stichters werd én wordt op een hoog niveau onderwijs gegeven. Broeders ontwikkelden bergen met didactisch materiaal, dat ons niet alleen op financieel gebied, maar ook op onderwijsvlak een goede naam bezorgde.
Verbondenheid óók zeer nadrukkelijk op het gebied van het vervaardigen van materiaal op geestelijk gebied. Wij en velen anderen kunnen, ook wereldwijd, gebruik maken van uitgaven voor meditatie, gebedvieringen en teksten die een goede vorbereiding rond grote kerkelijke feesten geven.
Los daarvan werd door de besturen van onze Congregatie, heel intens gezocht naar een ruime zorg voor ontspanning.
Toen we in 1920 eindelijk als onderwijscongregatie door de regering werden erkend en we dus van het Rijk ons eerlijk salaris ontvingen, konden op veel plaatsen waar we werkzaam waren, buitenhuizen worden aangeschaft. Plekken van rust en ontspanning. Onze Schark is daar, tot op de dag vandaag een goed voorbeeld van.
Het beste bewijs van onze gemeenschap wordt, tot op de dag van vandaag, geleverd door onze onderlinge broederlijke steun en oprecht hartelijke wijze van samen-leven.
“De broederlijke liefde is ons eigen, als was het de koningin van onze Congregatie”, lezen we in onze Leefregel.
Het is een genadevol gevoel dat wij, hier en vandaag, mogen herdenken dat we 185 jaar lang, elkaar bij de hand hebben gehouden, in weer en wind.
Het heilig Hartbeeld bij de ingang van De Beyart is daar nog steeds een mooi bewijs van : “Geef mij een aalmoes uwer liefde”, staat op de sokkel van dit beeld geschreven.
Huub Oosterhuis schreef eens:
“Een schoot van ontferming en liefde is onze God.
Hij heeft ons gezocht en gezien,
zoals de opgaande zon aan de hemel.
Hij is ons verschenen toen wij in de duisternis waren,
in de schaduw van de dood.
Hij zal onze voeten richten
op de weg van liefde en vrede”.
Vandaag wensen wij ons elkaar geluk.

We zijn de Heer zeer dankbaar voor het feit dat we in de lange jaren die we mochten bestaan, zegenrijk werk hebben mogen verrichten. Dat we velen tot steun en hulp mochten zijn.
Dat wij als broeders, die werkzaam zijn hier en in Chili, Ghana,
Indonesie en Malawi, elkaar bij de hand mogen blijven houden.
Dat vragen we op voorspraak van Moeder Maria, die door al die lange jaren heen, onze steun en toeverlaat is gebleven.
Wim Swüste FIC




Opmerkingen